‘Het moet korter’. ‘Het moet pakkender.’ ‘Geef het wat meer body’. Voorbeelden van feedback waar je niets aan hebt. Vervelend, want feedback is belangrijk. Je leert ervan en je stukken worden beter. Beroepsvereniging Tekstnet moedigt daarom haar leden aan een online workshop Collegiale feedback te volgen.
Jan Renkema, emeritus-hoogleraar Tekstkwaliteit, brengt in zijn CCC-model (Schrijfwijzer, Amsterdam 2020) vijftien aspecten van de tekst in kaart. In hoeverre is die afgestemd op de lezer (correspondentie), klopt die intern (consistentie) en is die foutloos (correctie)? Vragen die je beantwoordt voor vijf tekstniveaus: teksttype, inhoud, opbouw, formulering, presentatie.
Dit CCC-model is het beste beoordelingssysteem dat ik ken, hèt feedback-instrument voor brieven, rapporten en beleidsvoorstellen. En toch: het blijft technische feedback. Het model zegt niets over de geest van een tekst, over wat de tekst ‘doet’.
Een manier om dat wel te ontdekken is: voorlezen. Daarbij krijg je van jezelf, de groep en de docent terug of de tekst ‘werkt’. Voorlezen doen we in de training Creatief tekstschrijven. De feedback is vaak positiever dan de schrijver verwacht en dat geeft zelfvertrouwen.
Feedback moet je verder helpen. Daarom drie vuistregels voor de feedbackvrager.
- Bereid je goed voor. Weet wat je wilt weten. Waar ben je onzeker over?
- Verdedig je niet. Sta open, luister goed en schrijf mee.
- Laat aanwijzen. Waar dan? Wat dan? Hoe dan? En ook: wat zijn geslaagde passages?
Bij de foto: ‘Ik ken maar weinig gebruikers die alle edities in de kast hebben staan. Graag benoem ik je bij dezen tot ‘eregebruiker’. Renkema aan Peter Zuijdgeest op 1 maart 2020.