‘Zwachtelwoorden.’ De term ontsnapte Adriaan van Dis onlangs tijdens de bespreking van zijn nieuwe roman Klifi in praatprogramma de Vooravond. ‘Vroeger had je debielen en gekken. Nu ben je geestelijk uitgedaagd.’
Zwachtelwoorden, nieuw in de categorie smurfwoorden, puistwoorden, jeukwoorden. ‘Mensen met een uitdaging’, ‘mensen van kleine lengte’. Aanbevolen omdat de oorspronkelijke woorden voor deze groepen kwetsend zouden zijn. Die gevoeligheid lijkt in hoog tempo toe te nemen. Musea wijzen erop in Woorden doen ertoe (2018). De Volkskrant heeft een rubriek ‘Je mag ook niks meer zeggen.’
Maar helpen zwachtelwoorden? Verbeteren ze de werkelijkheid? Onze communicatie? André van Duin schreef in 1987 zijn lied ‘Belt u maar’. Daarin figureren achtereenvolgens Chinezen, Belgen, Nederlanders op de hei, aan het bier, over Ajax. Elk couplet wordt onderbroken door een telefoontje van respectievelijk een Chinees, een Belg, een natuurliefhebber, een anti-alcohol stichting, een Ajax-fan. Zij voelen zich benadeeld en willen niet in het lied worden benoemd.
‘Belt u maar’ eindigt met een telefoontje van de vereniging van tekstschrijvers. Die vindt het liedje weinig inhoud hebben. Het zou leuker zijn als het over Chinezen, Belgen, Ajaxfans ging. Ze begrijpen niet dat Van Duin zo’n onbenullig lied maakt.